Ik word ziek zonder jou #4
Lees hier de vorige delen
"hoe gaat met je?" vroeg ik Wouter. Hij streek zijn haar naar achter en zei:" Ja, het gaat goed, ik ben nog een beetje aan het kijken wat ik precies wil en waar ik precies heen wil. Met studeren enzo, we zitten in het eindexamenjaar. Dat is een beetje eng eigenlijk. Na dit jaar is alles wat normaal was weg." Ik knikte langzaam, het was waar wat hij zei, het was allemaal best wel eng maar ik wist wat ik wilde. Ik ging media studeren en daarna master journalistiek. Ik vroeg:" Wat wil je gaan doen?" "Ik wil sociale psychologie studeren en dan aan een universiteit les geven. Of waarschijnlijk, dat weet ik nog niet helemaal zeker." " En dan zeg jij dat je nog niet weet wat je wil doen! Je weet meer dan ik!" "Ik weet wat ik wil doen maar niet waar." Hij glimlachte. " Het zou wel echt tof zijn als we in dezelfde stad zouden studeren. Ik wil in Amsterdam studeren, ik ben al op een universiteit aangenomen." "Echt?! Wauw gefeliciteerd! Wanneer heb je dat gehoord?" "Vorige week." Ik weet nog dat ik dat met Daan had gevierd. Ik beet op mijn lip en had erg veel moeite mijn tranen binnen te houden. Ik glimlachde naar Wouter, mijn ogen waren waterig, de glimlach was eruit geperst. Hij pakte mijn hand en wreef erover. Hij zei:" Wat is er aan de hand?" "Niets, laat maar. In Amsterdam kan je goed psychologie studeren." Ik glimlachte. "Jouw broer studeert daar toch?" Ik knikte, mijn broer, Maarten. Hij was een stuk ouder, 26. Ik was erg op hem gesteld, ik kon altijd met hem praten en hij holp me altijd, Lana kon absoluut niet met hem overweg, ze konden het niet goed met elkaar vinden. Hij studeerde ook psychologie, maar de biologische kant, hij was bijna klaar met zijn studie. Ik had hem inmiddels al een half jaar niet meer gezien en miste hem ontzettend. Ik zei:" Ik ga even bellen." en stond langzaam op. Met moeite wurmde ik me door de menigte. Ik was klein dus was het niet erg makkelijk. Het was aardig vol geworden in het café en ik vroeg me af waar Lana was. Ik liep het café uit en voelde de koude wind tegen mijn inmiddels warme huid. Ik toetste Lana's nummer in en bracht de telefoon naar mijn oor. De telefoon ging over en toen hoorde ik Lana's stem zeggen:" Hey Leen! Ik heb Daan gedumpt en kwam Louise tegen met wie ik in een bar zit. Kom anders ook even hier naar toe, je hebt toch niks anders te doen." " Ik zit eigenlijk even met Wouter in een café. Was je niet te hard tegen Daan?" " O, ok. Nee hij begreep het wel. Hij vond het niet zo grappig toen ik vertelde dat ik eigenlijk Lana was en ik zei dat ik het even voor je ging regelen. Maar uiteindelijk zei hij dat hij naar zijn andere vriendin ging." " andere vriendin?" " Ja, Leen ik moet hangen ik leg het je thuis wel uit." Toen was de verbinding verbroken. De stilte van buiten doorboorde me. Een windvlaag woei in mijn gezicht. Was ik maar een vriendin voor hem geweest? Ik kon het niet controlen hij zat op een andere school. Die anderhalf jaar lang was ik gewoon maar een vriendin. Hoeveel vriendinnen had hij? Ik wilde er niet meer over nadenken. Zijn groene ogen leken zo vertrouwd, maar nu leek het alsof ik hem niet eens kende. Ik staarde voor me uit. De duisternis in. Ik voelde me leeg en misbruikt. Een hol gevoel bekroop me. Ik rilde, toen draaide ik me weer om en liep ik het inmiddels stampvolle café in. Ik ging weer tegenover Wouter zitten. Hij zag dat er iets aan de hand was en twijfelde of hij ernaar moest vragen of niet. Hij besloot het te doen:" Wat is er aan de hand. Je ziet er bleek uit." Zag ik er bleek uit? Ik wist niet hoe ik er uit zag en dat kon me ook niks schelen. Ik was toch maar een vriendin. Ik zei:" Kunnen we hier weg gaan?" Hij knikte en pakte zijn jas. Het was een uur of zes en al donker. Er woei een stevige wind. We liepen over een mooie brug. Ik had mijn handen in mijn zakken en er was een gat tussen Wouter en mij. Er was zoveel ruimte als bij vrienden normaal was. Ik zei:" Heb jij niks beters te doen dan een hele middag met mij verbrengen?" "Het is ook wel erg vermoeiend!" Hij grijnsde. Ik zei:" Nee echt ik mee het serieus." " Lena! Het is toch hartstikke gezellig altijd met jou!" Ik bloosde, of het kwam doordat het buiten heel erg koud was maar er steeg bloed in mijn wangen. Wouter glimlachde. Zijn zwarte krullen dansden met de wind mee. Ik haalde mijn haar uit mijn knot en liet ze met de wind meegaan. De wind was koud en toch vond ik hem aangenaam. De brug verlichtte de weg maar voor ons was het donker. We zagen een bankje en gingen zitten. We keken over het water. Beide met onze eigen gedachten bezig. Ik dacht aan Daan. En ik dacht aan Maarten. Wat zouden ze op dit moment doen. Daan zat bij zijn andere vriendin. Ik probeerde me voor te stellen hoe ze eruit zag. Ze was vast veel knapper dan ik. Ik schudde de gedachte van me af. Opeens zei ik:" Geloof jij dat we de mensen nog zullen zien als we studeren? Dus je vrienden?" Wouter schrok op uit zijn gedachten en zei:" Nee, misschien echt heel erg goede vrienden maar de meeste zul je niet meer zien, je zult andere vrienden krijgen en die andere vergeten, en dat ligt niet aan hun en ook niet aan jou. Je groeit gewoon uit elkaar." " Maar je hebt wel je hele jeugde met die mensen door gemaakt het kan toch niet zomaar allemaal helemaal voorbij zijn." Er viel een stilte.
"hoe gaat met je?" vroeg ik Wouter. Hij streek zijn haar naar achter en zei:" Ja, het gaat goed, ik ben nog een beetje aan het kijken wat ik precies wil en waar ik precies heen wil. Met studeren enzo, we zitten in het eindexamenjaar. Dat is een beetje eng eigenlijk. Na dit jaar is alles wat normaal was weg." Ik knikte langzaam, het was waar wat hij zei, het was allemaal best wel eng maar ik wist wat ik wilde. Ik ging media studeren en daarna master journalistiek. Ik vroeg:" Wat wil je gaan doen?" "Ik wil sociale psychologie studeren en dan aan een universiteit les geven. Of waarschijnlijk, dat weet ik nog niet helemaal zeker." " En dan zeg jij dat je nog niet weet wat je wil doen! Je weet meer dan ik!" "Ik weet wat ik wil doen maar niet waar." Hij glimlachte. " Het zou wel echt tof zijn als we in dezelfde stad zouden studeren. Ik wil in Amsterdam studeren, ik ben al op een universiteit aangenomen." "Echt?! Wauw gefeliciteerd! Wanneer heb je dat gehoord?" "Vorige week." Ik weet nog dat ik dat met Daan had gevierd. Ik beet op mijn lip en had erg veel moeite mijn tranen binnen te houden. Ik glimlachde naar Wouter, mijn ogen waren waterig, de glimlach was eruit geperst. Hij pakte mijn hand en wreef erover. Hij zei:" Wat is er aan de hand?" "Niets, laat maar. In Amsterdam kan je goed psychologie studeren." Ik glimlachte. "Jouw broer studeert daar toch?" Ik knikte, mijn broer, Maarten. Hij was een stuk ouder, 26. Ik was erg op hem gesteld, ik kon altijd met hem praten en hij holp me altijd, Lana kon absoluut niet met hem overweg, ze konden het niet goed met elkaar vinden. Hij studeerde ook psychologie, maar de biologische kant, hij was bijna klaar met zijn studie. Ik had hem inmiddels al een half jaar niet meer gezien en miste hem ontzettend. Ik zei:" Ik ga even bellen." en stond langzaam op. Met moeite wurmde ik me door de menigte. Ik was klein dus was het niet erg makkelijk. Het was aardig vol geworden in het café en ik vroeg me af waar Lana was. Ik liep het café uit en voelde de koude wind tegen mijn inmiddels warme huid. Ik toetste Lana's nummer in en bracht de telefoon naar mijn oor. De telefoon ging over en toen hoorde ik Lana's stem zeggen:" Hey Leen! Ik heb Daan gedumpt en kwam Louise tegen met wie ik in een bar zit. Kom anders ook even hier naar toe, je hebt toch niks anders te doen." " Ik zit eigenlijk even met Wouter in een café. Was je niet te hard tegen Daan?" " O, ok. Nee hij begreep het wel. Hij vond het niet zo grappig toen ik vertelde dat ik eigenlijk Lana was en ik zei dat ik het even voor je ging regelen. Maar uiteindelijk zei hij dat hij naar zijn andere vriendin ging." " andere vriendin?" " Ja, Leen ik moet hangen ik leg het je thuis wel uit." Toen was de verbinding verbroken. De stilte van buiten doorboorde me. Een windvlaag woei in mijn gezicht. Was ik maar een vriendin voor hem geweest? Ik kon het niet controlen hij zat op een andere school. Die anderhalf jaar lang was ik gewoon maar een vriendin. Hoeveel vriendinnen had hij? Ik wilde er niet meer over nadenken. Zijn groene ogen leken zo vertrouwd, maar nu leek het alsof ik hem niet eens kende. Ik staarde voor me uit. De duisternis in. Ik voelde me leeg en misbruikt. Een hol gevoel bekroop me. Ik rilde, toen draaide ik me weer om en liep ik het inmiddels stampvolle café in. Ik ging weer tegenover Wouter zitten. Hij zag dat er iets aan de hand was en twijfelde of hij ernaar moest vragen of niet. Hij besloot het te doen:" Wat is er aan de hand. Je ziet er bleek uit." Zag ik er bleek uit? Ik wist niet hoe ik er uit zag en dat kon me ook niks schelen. Ik was toch maar een vriendin. Ik zei:" Kunnen we hier weg gaan?" Hij knikte en pakte zijn jas. Het was een uur of zes en al donker. Er woei een stevige wind. We liepen over een mooie brug. Ik had mijn handen in mijn zakken en er was een gat tussen Wouter en mij. Er was zoveel ruimte als bij vrienden normaal was. Ik zei:" Heb jij niks beters te doen dan een hele middag met mij verbrengen?" "Het is ook wel erg vermoeiend!" Hij grijnsde. Ik zei:" Nee echt ik mee het serieus." " Lena! Het is toch hartstikke gezellig altijd met jou!" Ik bloosde, of het kwam doordat het buiten heel erg koud was maar er steeg bloed in mijn wangen. Wouter glimlachde. Zijn zwarte krullen dansden met de wind mee. Ik haalde mijn haar uit mijn knot en liet ze met de wind meegaan. De wind was koud en toch vond ik hem aangenaam. De brug verlichtte de weg maar voor ons was het donker. We zagen een bankje en gingen zitten. We keken over het water. Beide met onze eigen gedachten bezig. Ik dacht aan Daan. En ik dacht aan Maarten. Wat zouden ze op dit moment doen. Daan zat bij zijn andere vriendin. Ik probeerde me voor te stellen hoe ze eruit zag. Ze was vast veel knapper dan ik. Ik schudde de gedachte van me af. Opeens zei ik:" Geloof jij dat we de mensen nog zullen zien als we studeren? Dus je vrienden?" Wouter schrok op uit zijn gedachten en zei:" Nee, misschien echt heel erg goede vrienden maar de meeste zul je niet meer zien, je zult andere vrienden krijgen en die andere vergeten, en dat ligt niet aan hun en ook niet aan jou. Je groeit gewoon uit elkaar." " Maar je hebt wel je hele jeugde met die mensen door gemaakt het kan toch niet zomaar allemaal helemaal voorbij zijn." Er viel een stilte.
Reacties
Een reactie posten