Zwart

Ik val
op de grond.
Mijn hoofd knalt tegen het asfalt , veert weer terug waardoor het weer op de grond klettert.
Het  wordt zwart voor mijn ogen, dat blijft het een paar minuten. Het is stil om me heen, ik zie niets, hoor alleen mijn eigen gedachten. Alles op een rij, ik ben net gevallen en nu zie ik niets meer. Lig ik te slapen, ben ik blind geworden? Waarom voel ik geen pijn? Het moet toch pijn hebben gedaan, ik ben hard gevallen. Waarom is het zo stil? Donkere leegte omsluit me. Mijn gedachten ratelen door met alle vragen. En op dat moment,
licht.
Een grote lichtwolk, wat is dit? Boven me geroezemoes. Lichten komen in mijn blikveld, ik hoor mezelf wat brabbelen, ik weet niet eens wat ik wil zeggen. "Leen!" "Is ze wakker?" "Ze probeert iets te zeggen." Een hand ligt op mijn gezicht. " Zeg het maar Leen." Ik wil niets zeggen. Langzaam open ik mijn ogen. "Hey Leen, welkom terug". Bram kijkt me aan. "Bram", ik hoop dat ik glimlach. Hij pakt mijn hand en ik knijp er even in. Ik voel me zwak, alsof ik twintig dagen gelopen heb zonder te stoppen. "Hoe lang lig ik hier al?" Het kost me veel kracht iets dat verstaanbaar is te zeggen. "Drie weken." Het voelt als een dag. Ik sluit mij ogen, Bram drukt een kus op mijn hoofd, ik pak zijn hand vaster en fluister:" Op mijn mond." Ik open mijn ogen en zien hem glimlachen. Hij gaat zitten, drukt zijn lippen op de mijne. Hoe lang heb ik hierop gewacht? Hoe lang hebben we om elkaar heen gedraaid? Zijn mond gaat open, de mijne ook, maar ik heb geen energie meer. Onze tongen mengen zich kort, maar ik laat me zakken in mijn kussen. "Sorry, ik moet nu echt even gaan slapen." Korte teleurstelling en dan begrip. Het verbaast me hoe goed ik Bram ken. Hij loopt weg en ik val in slaap.

Mijn keel voelt afgeknepen, ik krijg geen lucht, boven me hoor ik geschreeuw, gehuil, ik voel de chaos om me heen. Uit alle macht probeer ik mijn ogen te openen, maar mijn lichaam maakt geen contact met me. In mijn hoofd heerst paniek, mijn lichaam ligt rustig te 'slapen'. Er wordt wat aan mijn lichaam gezeten. Ogen openen, ademen, ademen. Er is geen pijn, maar ik weet dat ik moet ademen. Zware stemmen zeggen opgewonden woorden die ik niet kan plaatsen. Het zijn vreemde klanken, geen woorden. Ik weet dat ik geen zuurstof meer krijg. Ik weet ook wat er zo gaat gebeuren. En dan, vroeger dan ik verwacht,
Zwart.


Bram is de eerste die opveert als er een dokter naar Bram en Lena's familie komt. "Ik heb slecht nieuws, Lena's spieren zijn verlamt geraakt, zo ook haar hartspier, het is in haar slaap gebeurt. Ze is net overleden." Iedereens ogen vullen zich met tranen. "Maar dat kan niet, ik heb drie uur geleden nog met haar gepraat!" "Toen waren haar benen al verlamd, het is omhoog gekropen. Het spijt me." Vol ongeloof staat iedereen te kijken. Bram gaat zitten en laat zijn gezicht in zijn handen vallen, breekt vervolgens in tranen uit.

Reacties

Populaire posts van deze blog

de date

De media

Jij bent jij en ik ben ik