Ik word ziek zonder jou #7

Ik werd blij van zijn vrolijke gezicht. Ergens achter in mijn hoofd dacht ik aan Daan. Ik pakte een broodje. Iedereen keek naar Maarten en Emily en iedereen begon ze allemaal vragen te stellen. Zelfs Lana leek oprechte interesse te tonen in Maarten en Emily. Ik keek even snel op mijn mobiel. Vijf gemiste oproepen van Daan. Hield hij dan toch nog van me? Ik scrolde door mijn whatsapp en tot mijn verbazing zag ik een berichtje van Wouter. Er stond:
Goede morgen! Gaat het al wat beter? 
Ik moest glimlachen. Waaraan had ik hem verdient? Hij was zo ontzettend lief! Ik zag een berichtje van Daan hij was van gisteravond, en ook al wilde ik het niet open klikken won mijn nieuwsgierigheid het:
Leen, kan je me alsjeblieft even bellen dan kan ik het uitleggen. Ik heb er geen zin in zo. Ik begrijp dat je boos op me bent. Waarom eigenlijk? Jij hebt het toch uitgemaakt. Ik zou verdrietig moeten zijn maar jij bent het. Waarom? Ik heb lang met Lana gepraat en haar alles verteld omdat ik dacht dat jij het was! Ik wilde jou dus ook alles vertellen, maar als je me nooit de kans geeft kan ik dat niet. Laat het me uitleggen of stop met verdrietig zijn. JIJ hebt er tenslotte een punt achter gezet. 
Ik spande mijn kaken aan en werd boos. Hij begreep er niets van. Ik blokkeerde zijn nummer. En toen kwamen weer mijn tranen. Die rot tranen. Ik stond op en het schuiven van mijn stoel maakte zoveel lawaai dat iedereen naar mij keek. Ik probeerde mijn tranen in te slikken maar het was te laat. Iedereen zag me huilen. Ik zei snel:" Ik moet naar de wc. Toen draaide ik me snel om en liep naar mijn kamer. Ik hoorde iemand achter me aankomen. Het was Maarten. Ik voelde me weer de kleine Lena die zichzelf had pijn gedaan en Maarten die kwam aangerend om haar te troosten. En die gedachte maakte me alleen nog maar verdrietiger. Ik wist niet wat het was, ik was niet heel erg aan het huilen. Mijn wangen waren wel nat maar ik was aan het schreeuwen. Ik had het niet door maar ik was keihard aan het schreeuwen. Geen woorden, geen zinnen, ik was gewoon aan het schreeuwen en ik had geen idee waarom. Ik stond midden in mijn kamer te schreeuwen. Maarten stond met een bezorgde blik in mijn kamer en liep langzaam naar me toe maar ik schreeuwde verder:" Ga weg! Blijf van me af!" Hij schoot weer achteruit. Ik wilde niet schreeuwen ik wilde dat hij me troostte maar ik kon niet stoppen met schreeuwen. Langzaam verzamelden mijn vader en moeder, Lana en Emily in mijn kamer. Ik merkte het niet. Ik merkte niets. Totdat mijn vader schreeuwde:" Is het nou afgelopen Lena!" Zijn lage stem bulderde over mijn krijs heen. Ik stopte abrupt met schreeuwen. Iedereen stond naar me te kijken en ik kon wel door de grond zakken. Ik had voor mijn gevoel een uur staan schreeuwen. Het waren misschien net vijf minuten. Ik schaamde me en werd rood, en toen gleden er tranen over mijn wangen. Er was niemand die me nu kon troosten. Geen vriendje die me naar zich toe zou trekken en een kus op mijn lippen zou drukken. Ik had voor mezelf verpest. Iedereen stond vol verbazing naar me te kijken. Mijn vaders blik stond boos. Iedereen zweeg. Ik hoorde mijn klok tikken. Mijn handen trilden. Toen zei mijn vader:" Ga jij maar even afkoelen hierboven. Waarom moet jij altijd de aandacht op jezelf trekken!" Zijn woorden klonken hard. Het klopte niet wat hij zei. Ik stond altijd in de achtergrond. Hij bedoelde het ook niet boos maar toch raakte het me wel. Iedereen liep mijn kamer uit. Maarten liep als laatste de deur uit. net toen hij bijna weg liep zei ik:" Wacht." Mijn stem klonk schor en mijn keel deed pijn van het schreeuwen. Maarten draaide zich om en ik zei:" Sorry dat ik de gezelligheid verpest heb. Ik bedoelde het niet zo. Ik.. Ik.. Ik weet het niet." Het was nauwelijks verstaanbaar. Hij zei:" Vertel me het hele verhaal Lena." Hij ging zitten. Ik zei:" Het is uit met Daan en ik weet het niet... Ik.. Lees het zelf maar." Ik liet hem Daan's bericht lezen. Hij zei:" Komt wel goed. Je vindt wel iemand die echt bij je past. Het komt goed Leen. Vertrouw me maar." Hij trok me naar zich toe en knuffelde me. Mijn handen trilden nog steeds. Hij liet me los en liep de deur uit. Ik stond op en ging douchen. Toen kleedde ik me aan en liep langzaam naar beneden. Net toen ik de kamer binnen wilde lopen hoorde ik waar ze het over hadden. Over mij. Ik hoorde mijn moeder zeggen:" Wat is er toch aan de hand." Haar stem was trillerig en ik kon merken dat ze had gehuild. Ze voelde zich weer schuldig. Opeens ging de deur open en botste Lana tegen me aan. "Ho, o sorry." zei ze en ik zei:" Het is oké." " Leen wat was er net nou aan de hand?" "Ik weet het niet. Het werd me wat teveel geloof ik. Ik ga even naar buiten." Lana knikte en gaf me een snelle knuffel. Ik draaide me om en stapte in een paar laarsjes en deed een jas aan. Toen liep ik langzaam naar buiten. Het was koud. Gelukkig had ik mijn zwarte leren handschoenen aangetrokken. Uit mijn adem kwamen kleine wolkjes. Ik liep naar het bos. Opeens ging mijn telefoon af. Ik had een smsje gekregen van Daan's vader:
Daan heeft een auto-ongeluk gehad, hij ligt in het st. Martins ziekenhuis.
Wat? Hoe kon dit. Ik rende het bos en stapte thuis op mijn fiets waarmee ik vervolgens naar het ziekenhuis mee reed. Ik liep het ziekenhuis in, een akelige geur kwam me tegemoet. Ik liep naar de receptie en vroeg naar Daan. De receptioniste gaf me zijn kamer en ik liep naar binnen. Maar in plaats van een slapende Daan te vinden, vond ik een dode Daan. Zijn prachtige groene ogen waren weggerold en zijn lijf lag slap. Nergens zag ik zijn hart meer kloppen op de monitors. Ik duwde zijn oogleden naar beneden. Mijn handen trilden. Zijn lichaam was lauw. Niet meer lekker warm. Ik zocht een stoel en ging erop zitten. Overal in de kamer hing zijn geur nog. Ik staarde voor me uit. Hij kon niet dood zijn. Ik wist zeker dat hij elk moment zijn ogen open zou doen en dat hij er weer zou zijn. Mijn hele lichaam trilde en beefde. Het kon niet. Een dokter kwam binnen. Hij zei iets tegen me maar ik hoorde het niet. Ik hoorde alleen maar een dof gezoem. Het leek alsof mijn hersens vol met watten zaten. Er zat een brok in mijn keel. De dokter hielp me omhoog en begeleidde me de deur uit. Toen deed hij een laken over Daan heen. Ik liep met langzame passen het ziekenhuis en fietste langzaam naar huis. Daar aangekomen liep ik de zitkamer in waar iedereen zat. Ik maakte zo een lawaai dat iedereen mijn kant op keek. Ik staarde voor me uit en zei:" Daan is dood." Mijn moeder keek me geschrokken aan. Het leek alsof ik het me nu pas realiseerde en ik zei nog een keer:" Daan is dood." Ik begon te huilen en herhaalde de zin nog een paar keer. Tranen  vlogen over mijn wangen. Maarten kwam naar me toe en begeleidde me naar de bank. Ik huilde nog meer. Lana ging ook naast me zitten en probeerde me te troosten. Ik hoorde haar niet. Ik hoorde niets. Een hoge schelle piep  hoorde ik. Het was een nachtmerrie, het moest een nachtmerrie zijn. Ik stond op en liep het huis uit. Stemmen klonken nog vanuit de woonkamer maar ik was vastbesloten. Zo snel als ik kon fietste ik naar het ziekenhuis waar ik vervolgens Daans vader zocht. Ik vond hem. Net klonken de woorden die ik wilde zeggen nog helder en duidelijk maar nu ik voor hem stond wist ik niet meer wat ik moest zeggen. Ik piepte:" Zeg dat het niet echt is." Tranen stroomden over mijn wangen. Daans vader zei:" Het spijt me." Ook hij deed moeite om zijn tranen in te houden. Hij zei met een schorre stem:"Lena, de politie zegt dat het geen ongeluk was, maar opzet."

Reacties

Populaire posts van deze blog

de date

De media

Jij bent jij en ik ben ik