Ik word ziek zonder jou #8
Ik keek Daan's vader vol ongeloof aan. Hoe bedoelde hij dat het opzet was. Was Daan vermoord?! Ik balde mijn trillende handen in een vuist en drukte ze zo dicht samen dat ze wit wegtrokken. Ik wist niet wat ik moest zeggen. Ik wist niet wat ik voelde. Was ik verdrietig? Nee, ik was vooral boos. Nee, ik was woedend. Ik was razend. Tranen stonden in mijn ogen maar ik vocht tegen ze. k spande mijn kaken op elkaar. Daan's vader keek me aan. zijn ogen stonden vol met tranen. Hij leek op Daan. Zijn ogen waren ook groen en zijn gezicht was de oudere versie van Daans gezicht. Ik haalde diep adem en probeerde mijn tranen weg te slikken. En toen verslapte ik. Ik viel huilend tegen Daans vader aan. Misschien had ik me er een ander moment voor geschaamd maar nu voelde het goed. Daans vader hielt me stevig vast, zou hij weten dat het uit was met Daan? Ik maakte me los uit zijn greep en zei:"Ik ga maar naar huis." Hij knikte. Ik liep naar mijn fiets en fietste naar huis. Er kwamen allemaal vragen vanuit de woonkamer, ik negeerde ze en liet mijn jas van mijn schouders afzakken en liet hem vervolgens op de grond vallen. Moe en kapot liep ik de trap op. Ik opende mijn kamerdeur en deed niet eens de moeite om hem weer dicht te doen. Ik liet me op mijn bed vallen en begon te huilen in mijn kussen. Zo viel ik in slaap.
Toen ik wakker werd stond er een dampende mok thee en een stroopwafel naast me bed. De geur maakte me misselijk. Daans geur hing nog in mijn neus. Ik sloot mijn ogen in de hoop weer even alles te vergeten maar ik viel niet in slaap. Lana kwam binnen en ging op mijn bed zitten. Ze zei niets en dacht waarschijnlijk dat ik nog sliep. Ik kneep mijn ogen dicht. Lana aaide over mijn rug waar ik mee naar haar toe lag. Ik opende mijn ogen. Lana kon het niet zien. Waarom was Daan dood? Kon het niet iemand anders zijn? Ik wist dat egoistisch was maar dat kon me niet schelen. Daan. Het was het enige waar ik aan kon denken. Het regende buiten want ik hoorde de regendruppels tegen mijn dakraam tikken. Ik draaide me om. Lana aaide me nog steeds en zei niets. Ik zag mezelf in mijn spiegel. Mijn ogen waren opgezwollen en mijn gezicht was vlekkerig. Lana stopte met aaien en zei:" Lekker geslapen?" Lana had altijd een grote mond maar ik wist dat dit iets met haar deed wat bijna niets met haar deed. Het maakte haar stil. Heel erg stil. Ik had geen zin om te antwoorden, maar ik snauwde:" Heerlijk hoor, me vriendje is dood maar echt toppie!" Ik had er spijt van nadat ik het gezegd had. Lana was lief tegen me en ik begon te snauwen, maar Lana zei niets. Begreep ze me? Ik moest denken aan drie jaar geleden. Lana's beste vriendin had zelfmoord gepleegd. Laura. Ik zag het vrolijke blonde veertienjarige meisje weer voor me. Dat ze depressief was had niemand verwacht. Behalven Lana. Lana had aan mij verteld dat er iets niet klopte met Laura. Ze wist het goed te verbergen want altijd als ik haar zag was ze vrolijk en ik had de leukste gesprekken met haar, dus daarom zei ik tegen Lana dat ze het maar moest negeren. Twee weken later was ze dood. Ik voel me er nog steeds schuldig over. Lana had zichtbaar moeite haar tranen binnen te houden. Ik ook. Daan. Alles wat ik ooit Daan had genoemd was weg. Lana zei:" Er is iemand voor je." Ik ging rechtop in mijn bed zitten en Wouter stapte de kamer in. In zijn hand hield hij een bos bloemen. Zijn haar zat in model en hij had een zwart t-shirt en een spijkerbroek aan. Hij zag er verdomd goed uit. Hij ging op mijn bed zitten en zei:" Het spijt me voor je." Ik sloeg mijn benen over de rand van het bed zodat ik naast hem zat. Ik legde mijn hoofd op zijn schouder en staarde voor me uit. Hij sloeg een arm om me heen. Ik sloot mijn ogen en Wouters geur vervulde mijn hele neus. En heel eventjes leek het alsof ik alles kon vergeten. Maar toen kwam alles weer met een klap terug.
Na een tijdje zei Wouter:" Zullen we wat gaan wandelen?" Ik knikte en stond op. Als een lijk liep ik naar beneden en deed mijn schoenen en jas aan. Toen liep ik samen met Wouter naar het bos bij ons in de buurt. Het was stil. Ik was niet in staat een gesprek te beginnen en Wouter wist niet wat hij moest zeggen. Dus liepen we maar zwijgend naast elkaar. Nu pas drong het tot me door dat het geen auto-ongeluk was maar dat het met opzet was gedaan. Daan was vermoord. Dat hij dood was al hartverscheurend maar dat hij vermoord was, was te veel. Ik bleef plotseling stil staan en Wouter keek me vragend aan. Ik kon niets uitbrengen, ik kon alleen maar denken aan Daan. Wouter zei:" Lena, kom je mee? Wat is er?" En opeens werd ik boos, ik gilde:" Wat is er?! Daan is dood, dat is er!" Ik had er meteen spijt van zodra ik het geschreeuwd had. Het bos was akelig stil geworden door mijn schreeuw en Wouter keek gekwetst. "Ik wil graag eventjes alleen zijn. Sorry. Het is allemaal wat veel." piepte ik. Ik voelde me klein in dit grote bos. Wouter trok me naar zich toe en omhelsde me. Zijn sterke armen hadden me stevig vast, als hij me niet had vastgehouden was ik omgevallen. Hoe graag ik ook wilde huilen, ik kon het niet meer. Het leek alsof ik al me tranen al opgehuild had.
Ik zat thuis voor de televisie en keek naar een programma, waar het over ging wist ik niet want mijn gedachtes waren heel ergens anders.
Toen ik wakker werd stond er een dampende mok thee en een stroopwafel naast me bed. De geur maakte me misselijk. Daans geur hing nog in mijn neus. Ik sloot mijn ogen in de hoop weer even alles te vergeten maar ik viel niet in slaap. Lana kwam binnen en ging op mijn bed zitten. Ze zei niets en dacht waarschijnlijk dat ik nog sliep. Ik kneep mijn ogen dicht. Lana aaide over mijn rug waar ik mee naar haar toe lag. Ik opende mijn ogen. Lana kon het niet zien. Waarom was Daan dood? Kon het niet iemand anders zijn? Ik wist dat egoistisch was maar dat kon me niet schelen. Daan. Het was het enige waar ik aan kon denken. Het regende buiten want ik hoorde de regendruppels tegen mijn dakraam tikken. Ik draaide me om. Lana aaide me nog steeds en zei niets. Ik zag mezelf in mijn spiegel. Mijn ogen waren opgezwollen en mijn gezicht was vlekkerig. Lana stopte met aaien en zei:" Lekker geslapen?" Lana had altijd een grote mond maar ik wist dat dit iets met haar deed wat bijna niets met haar deed. Het maakte haar stil. Heel erg stil. Ik had geen zin om te antwoorden, maar ik snauwde:" Heerlijk hoor, me vriendje is dood maar echt toppie!" Ik had er spijt van nadat ik het gezegd had. Lana was lief tegen me en ik begon te snauwen, maar Lana zei niets. Begreep ze me? Ik moest denken aan drie jaar geleden. Lana's beste vriendin had zelfmoord gepleegd. Laura. Ik zag het vrolijke blonde veertienjarige meisje weer voor me. Dat ze depressief was had niemand verwacht. Behalven Lana. Lana had aan mij verteld dat er iets niet klopte met Laura. Ze wist het goed te verbergen want altijd als ik haar zag was ze vrolijk en ik had de leukste gesprekken met haar, dus daarom zei ik tegen Lana dat ze het maar moest negeren. Twee weken later was ze dood. Ik voel me er nog steeds schuldig over. Lana had zichtbaar moeite haar tranen binnen te houden. Ik ook. Daan. Alles wat ik ooit Daan had genoemd was weg. Lana zei:" Er is iemand voor je." Ik ging rechtop in mijn bed zitten en Wouter stapte de kamer in. In zijn hand hield hij een bos bloemen. Zijn haar zat in model en hij had een zwart t-shirt en een spijkerbroek aan. Hij zag er verdomd goed uit. Hij ging op mijn bed zitten en zei:" Het spijt me voor je." Ik sloeg mijn benen over de rand van het bed zodat ik naast hem zat. Ik legde mijn hoofd op zijn schouder en staarde voor me uit. Hij sloeg een arm om me heen. Ik sloot mijn ogen en Wouters geur vervulde mijn hele neus. En heel eventjes leek het alsof ik alles kon vergeten. Maar toen kwam alles weer met een klap terug.
Na een tijdje zei Wouter:" Zullen we wat gaan wandelen?" Ik knikte en stond op. Als een lijk liep ik naar beneden en deed mijn schoenen en jas aan. Toen liep ik samen met Wouter naar het bos bij ons in de buurt. Het was stil. Ik was niet in staat een gesprek te beginnen en Wouter wist niet wat hij moest zeggen. Dus liepen we maar zwijgend naast elkaar. Nu pas drong het tot me door dat het geen auto-ongeluk was maar dat het met opzet was gedaan. Daan was vermoord. Dat hij dood was al hartverscheurend maar dat hij vermoord was, was te veel. Ik bleef plotseling stil staan en Wouter keek me vragend aan. Ik kon niets uitbrengen, ik kon alleen maar denken aan Daan. Wouter zei:" Lena, kom je mee? Wat is er?" En opeens werd ik boos, ik gilde:" Wat is er?! Daan is dood, dat is er!" Ik had er meteen spijt van zodra ik het geschreeuwd had. Het bos was akelig stil geworden door mijn schreeuw en Wouter keek gekwetst. "Ik wil graag eventjes alleen zijn. Sorry. Het is allemaal wat veel." piepte ik. Ik voelde me klein in dit grote bos. Wouter trok me naar zich toe en omhelsde me. Zijn sterke armen hadden me stevig vast, als hij me niet had vastgehouden was ik omgevallen. Hoe graag ik ook wilde huilen, ik kon het niet meer. Het leek alsof ik al me tranen al opgehuild had.
Ik zat thuis voor de televisie en keek naar een programma, waar het over ging wist ik niet want mijn gedachtes waren heel ergens anders.
Reacties
Een reactie posten