Zwarte flitsen
Mijn lichaam dondert met een grote klap tegen de muur. Het voelt alsof mijn hersens tegen mijn schedel klappen. In mijn ooghoek zie ik allemaal mensen die naar mij kijken. Langzaam zak ik op de grond. Robin kijkt naar mij en spuugt in mijn gezicht, vervolgens loopt hij weg. Mijn hand gaat naar mijn gezicht en wordt gelijk helemaal rood. De ijzerige smaak van bloed vult mijn mond. Een grote hand helpt mij omhoog. Mijn knieën kraken, net als mijn rug. Een stem praat tegen mij, maar de woorden zijn vage klanken en ik begrijp niet wat er gezegd wordt. Mijn blikveld is troebel en mijn linkeroog is zo dik dat ik er helemaal niets uit zie. Alle geluiden om mij heen vormen een grote brei. Mijn ribben doen pijn, ik denk dat er iets gebroken is, ademenen gaat moeilijk. Door het zuurstoftekort flitsen er zwarte vlekken voor mijn toch al beperkte zichtveld. Er valt nog steeds niets te verstaan, de klanken vormen geen betekenis. In mijn zak trilt mijn telefoon en ik weet dat het mijn zusje is. Ze staat alleen bij gitaarles, ik moet haar eigenlijk ophalen. Dat gaat niet gebeuren, ik concentreer mij nu eerst op mijzelf. Helene, mijn zusje, zal uiteindelijk mijn ouders bellen. Met mijn benen is op wonderbaarlijke wijze niets mis, ik kan zonder problemen lopen. "Gaat het?" De eerste klanken die mijn oren opvangen en succesvol doorsturen naar mijn hersens. Jammer dat het die woorden zijn. Natuurlijk gaat het niet, dat begrijp je toch zelf ook wel. Mijn hoofd draait naar de persoon die mij ondersteunt: Emilia. Ik knik omdat Emilia anders niet stopt met praten en ik wil stilte en rust. Ik heb al hoofdpijn en de schrille stem maakt het niet veel beter. "Kom maar." Ik wil mijn mond wel opendoen, maar ik vind geen woorden die een kloppende zin kunnen maken. Een warme traan rolt door mijn bebloedde gezicht en drupt op de grond. "Is het echt over?" Emilia moet echt haar mond houden, wat denkt ze zelf? Natuurlijk is het over tussen mij en Robin, hij heeft mij achtergelaten in een hoekje, bloedend.
Dat heeft hij niet echt gedaan. Ik zit in een hoekje, tranen stromen over mijn wangen, Robin is al lang weg, ik ben nog niet opgestaan. Emilia probeert mij omhoog te trekken, maar ze faalt. Het voelt alsof ik niet kan ademen, het voelt alsof ik niets kan zien. Ik voel alle pijn, maar zie geen verwondingen, voel geen bloed. Hij is al lang weg. Robin is weg. Robin is dood. Het nieuws dat ik een halfuur geleden te horen heb gekregen, het nieuws waarmee mijn lichaam met een klap tegen de muur donderde. Waardoor alle pijn onstaan is. De pijn die ik eigenlijk niet zou moeten voelen, maar die ik wel voel. Mijn telefoon trilt opnieuw, mijn zusje. Emilia pakt de telefoon en neemt op, ze legt snel uit wat er aan de hand is. Ik weet niet wat Helene antwoordt, hoe Helene reageert. Het maakt mij ook niet zo veel uit, het maakt allemaal niet zo veel meer uit. Hij is weg, zijn lichaam zijn alleen nog maar moleculen op een hoop gestapelt, wit weggetrokken misschien nog wel warm, maar binnenkort ijskoud. De pijn is nog niet weggetrokken, ik ben nog niet opgestaan, maar wat heeft allemaal nog voor zin? Om mij heen staan allemaal mensen die willen helpen. Ik ben alleen, zo ontzettend alleen.
Dat heeft hij niet echt gedaan. Ik zit in een hoekje, tranen stromen over mijn wangen, Robin is al lang weg, ik ben nog niet opgestaan. Emilia probeert mij omhoog te trekken, maar ze faalt. Het voelt alsof ik niet kan ademen, het voelt alsof ik niets kan zien. Ik voel alle pijn, maar zie geen verwondingen, voel geen bloed. Hij is al lang weg. Robin is weg. Robin is dood. Het nieuws dat ik een halfuur geleden te horen heb gekregen, het nieuws waarmee mijn lichaam met een klap tegen de muur donderde. Waardoor alle pijn onstaan is. De pijn die ik eigenlijk niet zou moeten voelen, maar die ik wel voel. Mijn telefoon trilt opnieuw, mijn zusje. Emilia pakt de telefoon en neemt op, ze legt snel uit wat er aan de hand is. Ik weet niet wat Helene antwoordt, hoe Helene reageert. Het maakt mij ook niet zo veel uit, het maakt allemaal niet zo veel meer uit. Hij is weg, zijn lichaam zijn alleen nog maar moleculen op een hoop gestapelt, wit weggetrokken misschien nog wel warm, maar binnenkort ijskoud. De pijn is nog niet weggetrokken, ik ben nog niet opgestaan, maar wat heeft allemaal nog voor zin? Om mij heen staan allemaal mensen die willen helpen. Ik ben alleen, zo ontzettend alleen.
Reacties
Een reactie posten