Warboel van gedachten
Mijn
ogen kijken, proberen, in de jouwe te kijken, maar jouw blik is niet op mij gefocust.
Wanhopig probeer ik jouw blik te vangen, maar ik durf mijn stembanden niet te
gebruiken. Ik wil dat er een spontaan moment komt tussen ons, dat het gebeurd
omdat het zo zou moeten zijn. Het lot, ik wil er zo graag in geloven dat ik te
lui ben om actie te ondernemen. Misschien is het niet luiheid, misschien is het
eerder goedgelovigheid, naïviteit. Ik wil geloven dat alles gebeurd met een
rede, dat ik jouw blik niet vang omdat jij zo meteen naar mij zal kijken. Soms
vraag ik mij af, of ik er ook echt in geloof, in het lot. Of ben ik te bang om
actie te ondernemen? Bang voor een afwijzing, bang dat mensen mij niet leuk
vinden. Bang voor menselijk zijn? Misschien ben jij het niet eens, misschien
ben jij helemaal niet zo speciaal, maar misschien wil ik gewoon een persoon
hebben die mij opvangt en jij lijkt wel geschikt. Je hebt mij niet beetgepakt
en meegesleurd, maar je bent goed genoeg. Moet ik tevreden zijn met goed genoeg?
Moet ik jouw een kans geven? Of moet ik geduldig afwachten omdat als wij bij
elkaar passen, wij uiteindelijk bij elkaar komen. Dat zou makkelijk zijn, man
wat zou dat makkelijk zijn. Maar hoe kun je leven zonder afgewezen te worden?
Ik ben te bang mij bloot te stellen, mijn gevoelens te delen, dat maakt mij
kwetsbaar. Ik wil mij niet kwetsbaar opstellen want daardoor kunnen mensen mij
pijn doen, maar hoe kan ik nou iets voor elkaar krijgen als ik mij niet af en
toe kwetsbaar opstel. Nu nog niet. Niet met jouw, jij ontwijkt mijn blikken.
Misschien doe je dat op een gegeven moment niet meer en misschien ken ik je
ooit wel eens een stuk beter. Of misschien ook niet. Misschien leren wij elkaar
nooit echt goed kennen en dan denk ik af en toe over je als iets wat mogelijk was geweest,
maar niet gebeurd is. Een gedachte die af en toe door mijn hoofd waait als een
zacht, maar aangenaam briesje. Voor nu; ik probeer jouw blikken op te vangen.
Ik probeer ervoor te zorgen dat ik af en toe aan je denk, want voor nu ben je
goed genoeg en misschien word je ooit wel eens perfect, maar voor nu ben je
goed genoeg. Ben je een persoon waarvan ik wil weten hoe zijn hersens werken.
Waarvan ik voorzichtig nadenk of jouw hand in de mijne zou kunnen passen, maar
waarvan de hand nog zo onbekend is dat ik er niet echt over na wil denken. Je
krijgt af en toe een geïnteresseerde blik van mij en ik hoop dat jij die af en
toe beantwoord, maar als niet, dan is dat ook oké. Misschien is het, het lot dan, dat jouw hand niet in de mijne past.
Reacties
Een reactie posten