Posts

Posts uit juni, 2016 tonen

De glinsterende zee

Ik keek in zijn ogen, waarin de zee glinsterde. Hij keek treurig naar de horizon. "Wat is er?" Ik verstoorde zijn gedachten. Afwezig zei hij:" Ik...niks." Hij keek naar de schelpen op het strand. Toen pakte ik mijn handdoek en legde hem op mijn plekje, sprong vervolgens de zee in. Ik voelde het genot van de koude waterdruppels op mijn arm. Marc keek nog steeds afwezig naar de schelpen. Ik vroeg me af wat er zich in zijn hoofd afspeelde. Waar zou hij aan denken? Waarom was hij zo treurig? Zou hij ook aan Pien en haar vriendinnen denken? Of aan de voetbalwedstrijd van gisteren? Zou hij aan mij denken? Ik kreeg een warm stroperig gevoel bij die gedachte. Toen dook  ik naar beneden en voelde het zout in mijn ogen prikken. Langzaam trappelde ik weer omhoog en zag dat Marc eraan kwam. Hij dook in de zee en zijn bruin-blonde haren werden nat. Nu liep ik over het zand en voelde de zachtheid van het zand tussen mijn tenen. Ik pakte mijn handdoek en veegde het eraf. Het schuu...

Ik val

1 2 3 en ik val. Mijn hoof knalt op de grond en ik voel bloed gutsen. Alles is langzaam en mijn hoofd tolt. Zometeen wordt alles zwart. Ik weet dat het gaat gebeuren en ik probeer me te concentreren op het bloed wat uit mijn hoofd stroomt. Hoe kan ik het stoppen? Walters ogen kijken in de mijne, hij is wazig en ik kan me niet concentreren. Voor me voeten die heen en weer rennen, één chaotisch geruis en dan een piep. Is er een piep, of is het mijn hoofd? En dan alles zwart en ik kan alleen maar denken is dit het einde? Ik word wakker. Wit licht, verblind word ik. Alles is nog steeds wazig en ik probeer me te concentreren om een helder beeld te krijgen, het lukt niet. Dan pas merk ik de bonkende hoofdpijn. Ik was gevallen en daarna was het zwart. Ik moet Walter vinden, maar waar ben ik überhaupt?

Mei.

De frustratie die ik opschreef over mei, en elke zomer en lente maand in het algemeen. Het is mei, vogels zingen (blij), de zon schijnt (niet echt). Het is mei, zorgeloze, fijne mei. Lente is gekomen, als is er nog maar weinig van te zien. Sneeuw zal niet meer komen, het onzekere april is voorbij. Mei. Bloemen duiken overal op en die dikke winterjassen zijn opgeborgen in de kelder. De mutsen, sjaals en handschoenen zijn ook weggestopt. Overal zijn de witte winterhuidjes weer te zien. De straten zijn weer vol en het lijkt wel of iedereen veel minder haast heeft. Even op een terrasje zitten is geen tijdverspilling aangezien het zonnetje schijnt. Niemand wil meer snel naar huis omdat het zo koud is, want dat is het niet meer. Opeens is het weer chaos op de straat. De kalme, rustige winterstilte is verdwenen. De wereld ligt niet meer in een winterslaap. Het vuil moet het huis uit en buiten is het druk. De vakanties geboekt in de winter komen een stukje dichterbij. Iedereen praat er opgew...