Mijn hoofd boven houden

De laatste adem die je in je hebt blaas je uit. Het klinkt als een soort verlossing. Het is voorbij. Na al die tijd. En dan ben je weg, op een andere plek. En wij. Die met brokken in onze kelen staan en allemaal hetzelfde denken:" Ik zal je nooit meer zien." En wij allemaal voelen hoe je niet meer leeft. Je lichaam trekt wit weg. Maar het is niet meer jij. Het is zelfs eng, hoe je er nu zo futloos bij ligt. Of je lichaam. En wij moeten ons aan een leven zonder jou aanpassen. Jou herinneringen blijven. Jouw geur blijft, maar na een tijdje zal ook die vervagen. En na een tijdje zullen we allemaal je stem niet goed meer kunnen herinneren en hoe je was, je gedrag, uiterlijk, je lach. Niets, langzaam maar zeker ontglipt het je één voor één. Al koester je het zo erg. Het zal vervagen. Maar nu zitten alle herinneringen nog fris in ons geheugen. Omdat ze net een herinnering geworden zijn. Nu denken we allemaal nog aan je lach en je stem die zo helder in ons geheugen gebrand zit. We kampen allemaal met dezelfde emoties, iedereen op zijn eigen manier. De een die huilt, de ander is stil maar we zijn één. We voelen het allemaal. Ik wil je hand nog één keer vastpakken, ik wil nog één keer met je praten ik wil je nog een keer horen, ik wil je gewoon nog niet loslaten. Je was altijd zo ontzettend lief en ik wil je niet vergeten. Ik wil je stem vasthouden en voor altijd blijven afspelen in mijn hoofd. Je bent te belangrijk om te laten gaan. Tranen stromen oncontroleerbaar uit mijn ogen en ik weet niet meer wat ik moet zeggen.

Ons laatste gesprek was een mooi gesprek, ik had je hand vast en zei dat ik zeker wist dat ik je ooit nog een keer ging zien en jij vond dat mooi, jij vond me sterk. Ik ben zo blij dat ik je gekend heb, ik ben zo blij dat jij in mijn leven was. Je sterke lach zal ik nooit vergeten, wil ik nooit vergeten. Ik kijk om me heen en zie de pijn in de ogen van ons allemaal. De leegte die jij hebt achtergelaten voelt zo kil en zo zo leeg. We willen je terug maar weten allemaal dat het beter zo is. Praten, praten met jou nog een keer is wat ik wil. Zo graag. Het is onmogelijk en het sloopt me, het sloopt ons. Ik moet mijn hoofd hoog houden anders verdrink ik nog in al mijn tranen, ik moet mijn hoofd hoog houden anders stik ik nog in de grote leegte. Ik wil tegen je zeggen dat ik je mis, maar dat weet je al. Ik hoop dat je een mooie plek gevonden hebt daarboven in de hemel. Ik hoop dat je tevreden en zonder pijn naar beneden kijkt. Ik hoop dat je een goede reis hebt gehad. Ik kan wel hopen, maar weten doe ik niet. Ik wil weten waar je bent en hoe het gaat. Dat za ik nooit weten en dat sloopt me. Het sloopt me dat ik nooit zal weten zolang ik nog besta of ik jou ooit nog eens ga zien, maar diep binnen me zegt iets me dat ik je wel nog ga zien. Het moet zo zijn toch? Deze gedachten maken me somber en ik druk ze weg om mijn hoofd boven te houden. 'Kom terug!' wil ik schreeuwen maar ik ga stilletjes zitten, het heeft geen zin meer, je bent weg.

Ik zie je later, dat weet ik zeker, dan luister ik weer naar je sterke lach, maar voor nu doet het pijn zo zonder jou. Het is beter zo, zeg ik mezelf, wetend dat het de waarheid is. Ik moet mijn hoofd boven houden anders verdrink ik in mijn eigen tranen

Reacties

Populaire posts van deze blog

de date

De media

Jij bent jij en ik ben ik