gisternacht
Hij probeert wel te denken, productief te praten, maar zijn hoofd is bij gisternacht, hoe zij samen 'zaten'. De eerste die hem vasthield, zoals iedereen het kan. Een eerste en ook een laatste keer, jij bent niet wat hij wil, jij bent niet zijn plan. Hij wil, niet nadenken over gisteren, en jou Hij zou willen, dat het andere handen waren iemand die hij ietsje meer vertrouwd. De snerpende beelden moeten weg, uit zijn hoofd want aan jou wil hij niet denken de beelden zijn nog lang niet gedoofd.