Grote onrust borrelt in mijn lichaam. Ik moet rustig blijven, stil blijven zitten, maar ik heb zin om te gillen. Heel hard te gillen. Zijn bruine ogen kijken naar voren, ik klem mijn kaken op elkaar. Diep in en uitademen. "Goed. Ik heb het wel gezien hier." "Oké." Ik ga hem niet vragen om te blijven. Het is zijn fout, niet de mijne. "Oké, dat is het?" "Ja." "Je gaat geen sorry zeggen?" Ik heb zin om hem te slaan. "Nee. Jij?" "Sorry hoor, maar ik zie hiet hoe ik hier fout zit." "Hoe bedoel je?! Ik ben aangenomen op de grootste filmacademie die er is en in plaats van blij voor mij te zijn, begin je tegen mij te gillen en wordt je boos." "Ik ben boos omdat je hebt toegezegt zonder mij iets te zeggen." "Dit is ook niet jouw keuze." "Speel ik in deze keuze dan helemaal geen rol?" "Het is voor mij ook moeilijk, ik wil ook niet zo ver weg van je zijn, maar daar leer ik van de bes...