Gebroken op de grond.
Ik breek. Waarom ik nog sta weet ik niet. Het grote omhulses waarin ik leef staart Iain aan. Mijn gevoelens en gedachten, mijn ziel, op de grond kapot getrapt. Iain's grijze ogen proberen mij te zien, maar ik lig gebroken op de grond. Ik huil niet. Of ik denk dat ik niet huil. Voorzichtig voel ik aan mijn wangen. Ik huil wel. Iain knuffelt mij, maar ik voel zijn warmte niet. Ik stop niet met trillen, stop niet met huilen. Iain geeft mij een kus op mijn hoofd. Er barst geschreeuw los achter mij. Als Iain mij nu los zou laten, zou ik vallen. In een diep en donker gat. Ik sluit mijn ogen, het doet pijn, elke beweging doet pijn. Het is loodzwaar alsof mijn gewrichten al 100 jaar geleefd hebben.